Musicologie van de Keltische en naburige stijlen |
[Home][Info][Introductie][Cultuurhistorische onderwerpen][Dans en danshistorie][Vorm, technieken en idioom][Toonsystematiek][Akkoordenleer][Harmonie][Extra] |
INHOUD van deze pagina (verberg)
Sinds de eeuwen die ná de middeleeuwen verstreken, vormden in Ierland en Schotland een ware smeltkroes van de inheemse en de Engelse volkscultuur. Dit geldt zeker ook voor de muziek en literatuur. (Lees het hoofdstuk: Introductie: Naburige muziek van de Keltische gebieden).
Naast de liederen in de eigen taal, het Gaelic worden in Ierland eveneens Engelstalige liederen vertolkt. Hoewel in de muziek zelf, wel degelijk elementen aanwezig zijn, die aan het Ierse muziekidioom beantwoorden (Zie voor een definitie van het laatste: Wat is Keltische muziek?: Kenmerken). Zo is het interessant om te weten dat Engelse folk, vaak dezelfde toonsoortkenmerken bezit. De Ierse musicus en muziekhistoricus Breandán Breathnach onderscheidt de Ierse volksmuziek in het Engels grofweg in twee groepen:De eerste groep werd in Ierland, tijdens de 17e eeuw, door de Engelsen en Schotten die zich in Ierland vestigden, ingevoerd. Maar ook door Ieren die gedurende de laatste twee eeuwen tussen Engeland en Ierland heen en weer reisden. De tweede groep zijn de liederen, door Ieren geschreven, die het Engels als moedertaal hebben. (Breathnach, 1996)
Anglo-Ierse en -Schotse (folk)muziek zijn met een aantal hedendaagse typeringen te duiden:
Er zijn meerdere voorbeelden, die ter illustratie aangewend kunnen wordenen, om de hedendaagse Anglo-Ierse/Schotse verbinding in de traditionele muziek en dans te duiden.
Lees voor meer uitgebreide informatie over dit onderwerp in het hoofdstuk Vormen en technieken: Vocale vormen, genres,
stijlen en technieken, Deel 1: Ierland en Schotland
De harpeneer en luitspeler in huiselijke kring Ets van de Vlaamse graficus Israhel van Meckenem jr. (1450-1503) (The Metropolitan Museum of Arts, New York, Harris Brisbane Dick Fund, 1927.) |
Een referentie naar de luit is opgenomen in het onderstaande citaat. Het is een vertaling uit het Latijn van een allegorie van Bisschop Patrick (Gilla Patraic) († 1084) aan zijn vriend Aldwin, een kluizenaar en in ca. 1085 prior van een Benedictijnse klooster te Worcestershire. (Gwynn, 1955)
"Then do I spy seven sisters, all alike:Fragment van een 17e eeuwse luittabulatuuur. (Glasgow University Library, MS Euing 25 fol. 25r: Euing Lute Book, ca.1620-1630) |
Ik beperk mij hier tot het onderstaande citaat van Emmerson, dat betrekking heeft op het gebruik van de luit in Schotland (Emmerson, 1971) (Vertaling: BD):
"Gedurende de woelige jaren, 'fluisterden' de luit, viool en virginaal 'vaak hun zachte klanken in de vertrekken' van de Schotse adel. Dikwijls werd door een geoefende hand, de favoriete airs in Franse of Italiaanse tablaturen genoteerd in handgeschreven muziekboeken.
Veel van deze boeken, die heden ten dage van groot belang worden geacht, zijn bewaard gebleven: er zijn vertalingen van Sir William Mure van Rowallan; John Skene van Hallhills; Robert Gordon van Straloch (verloren gegaan, doch een kopie beschikbaar); de Eerbiedwaardige Robert Edwards, predikant van Murroes Parish bij Dundee; Alexander Forbes van Tolquhan; William Sterling van Ardoch; William Ker van Newbattles; en de Eerbiedwaardige James Guthrie.
Hiervan zijn, de Rowallan (c. 1612-28), de Skene (1615-20) en de Straloch (1627), het vroegst verschenen. Ze zijn voor de luit geschreven [Hoewel de Skene MS eigenlijk was geschreven voor de mandora, een klein hooggestemd instrument, dat verwant is aan de luit] en bevatten veel Schotse airs, waarvan de oudste inderdaad in latere jaren tot gemeengoed werden, bijvoorbeeld 'Flowers o' the Forest', 'John Anderson my Jo', 'Adieu Dundee', 'Good Night and God be with You', 'My Jo Janet' en 'Green Grow the Rashes'. De Rowallan bevat ook een melodie met de titel 'Ane Scottis Dance', en de Stirling (soms de Leyden genoemd) en 'New Hilland Ladie'."
In het Trinity College in Dublin zijn twee belangrijke manuscripten van luitwerken uit de laatste helft van de 16e eeuw bewaard gebleven, dat zijn Thomas Dallis's Lutebook (ca 1583-1590), (noot 1), een luitboek van een leerling van Thomas Dallis en William Ballet's Lutebook (noot 2), dat door William Ballet en andere amateur-luitenisten, rond 1595 en 1610 is samengesteld. De laatste bevat veel (dans)melodieën, waarvan een aantal is geïdentificeerd als Ierse airs: Calleno Custurame, Fortune My Foe, Peg a Ramsey, Bonny Sweet Robin, Weladay.
Enkele overige titels van Willam Ballet's Lutebook zijn, waaronder dansmuziek:
Queen Mary's Dumpe, Lightlie Love Ladies, Green Sleeves, The Witches Dawnce, The Hunt is Up, The Shaking of the Shetes, The Quadran Pavan, A Hornpipe, Robin Reddocke, Barrow Foster's Dreame, Downland's Lachrymae, Lusty Gallant, The Blacksmith, Rogero, Turkeyloney, Staynes Morris, Sellenger's Rownde, All flowers in Brome, Ballo, Wigmore's Galliard, The Sinckapace Galliard, Robin Hood is to the Greenwood gone.
Een aantal van deze melodieën zijn genoemd in verschillende werken van William Shakespeare (1564-1616).
Elizabeth I speelt de luit. (Miniatuur van Hillard, ca. 1580). |
Een ballade met deze naam verscheen in de boeken van de 'Stationers Companey (1581-2) (noot 3), en in Robinsons 'A Handefull of Pleasant Delites' (1584) kwam de naam voor in het lied:
'A Sonet of a Louer' in Robinson's 'A Handefull of Pleasant Delites' (1584). Klik hier voor een vergroting. |
De woorden 'Caleno Custurame' zijn hierin, tussen de versregels, als een refrein ingevoegd. Het begint met: |
When as I view your comely grace, Caleno custurame; Your golden haires, your angel's face, Caleno custurame. |
(Naar: Kines. Bron: Kuntz, A; The Fiddler’s Companion |
Zoals eerder vermeld, is de melodie eveneens terug te vinden in William Ballet's Lutebook. In ca. 1610 werd het als een bewerking van de Engelse musicus en componist William Byrd onder de naam 'Callino custereme' opgenomen in het Fitzwilliam Virginal Book. In 1673 verscheen het lied opnieuw, in vier delen, in Playfords Musical Companion (1673) met de titel An Irish Tune.
De verschillende titels zijn:
'Cailín ó Chois tSiúre mé' ('I am a girl from the Suirside')
'Cailín ó Chois tSiúre mé' ('Little Girl of My Heart for Ever and Ever') (Bosswell-Malone, 1821)
'Cailín ó Chois tSiúre mé' ('Young Girl, My Treasure')
'Cal(l)ino Casturame' of 'Calleno custure me' ('William Ballet's Lutebook, ca. 1590
'Colleen Oge Ashtore' (Petrie, Stokes, Stewart)
'Calen o custure me' (Robinson's A Handefull of Pleasant Delites, 1584)
'Charlie Reilly'
'The Croppy Boy'
'Newlyn Town'
'The Robber'
'An Irish Tune' (Playford, 1673)
Calleno. Tabulatuur uit William Ballet's Lutebook. TCD MS 408-1, p. 85. Bron: Trinity College, Dublin. Digital collections MS 408/1 |
midi Deze midi-file is gebaseerd op een gitaarbewerking in D. | midi De variatie William Byrd in C. (Bron: Lindahl, G.; The Music of the Sixteenth Century Broadside Ballad |
Een persoonlijke vriend van William Shakespeare en misschien wel de beroemdste luitenist en componist uit zijn tijd, was John Dowland (1563-1626). Het is mogelijk dat hij in Ierland (Dalkey bij Dublin) was geboren. Naast luitenist was hij ook een verdienstelijk componist van luit- en orkestwerken, maar ook van liederen. Zijn 'Ayres' waren polyfone (noot 4) liederen, waarvan de bovenstem werd gezongen, terwijl de bijbehorende luitbegeleiding ter vervanging was van de onderliggende zangpartijen (pseudomonodie). Zijn 'Lachrimae' was dansmuziek voor een orkest. Dowland was werkzaam in Parijs, Oxford, Cambridge, Duitsland en Denemarken, waarna hij in 1605 benoemd werd tot luitenist aan het Engelse hof.
If music and sweet poetry agree, As the must needs, the sister and the brother, Then must the love be great 'twixt thee and me, Because thou lov'st the one, and I the other. Dowland to thee is dear, whose heavenly touch Upon the lute doth ravish human sense, Spenser to me, whose deep conceit is such, As, passing all conceit, needs to defence. Thou lov'st to hear the sweet melodious sound That Phoebus' lute, the queen of music, makes; And I in deep delight am chiefly drown'd Whenas himself to singing he betakes. One god is god of both, as poets feign; One knight loves both, and both in thee remain. | |
W. Shakespeare. Uit: 'The Passionate Pilgrim'. Met een verwijzing naar John Dowland. |
midi John Dowland: 'The Sick Tune' |
---|
William Shakespeare, detail van een schilderij dat is toegeschreven aan John Taylor (ca. 1610). (National Portrait Gallery, London) |
Het titelblad van John Playford's 'The English Dancing Master' van 1651. |
The Dancing Master bevat veel zgn. countrydances, waaronder longways, rounds en square dances op verschillend melodietypen, waaronder trots en jigs, waarvan een aantal van Ierse oorsprong is, die bij de Engelse bovenklasse bekend was:
Irish Boree, The Irish Ground (Kinington Wells), The Irish Howle, The Irish Lady (Anniseed water Robin), Irish Trot en The Siege of Limerick, zijn voor zichzelf sprekende titels.
Op dezelfde wijze refererend naar Schotland, zijn de volgende titels: Scotch Ayre, Scotch Cap (Edenborough Castle), A Scotch Firke, Scotch Moggy, The Scotch Morris, Scotch Union, Scotch Rant, The Bonny Lass, en Highland Lass (Divanshire Gairl).
De Engelse namen 'The Irish Ground' of 'Kinington Wells' is onder een aantal andere titels bekend, in Ierland als 'Ceann dub Dilir' ('Black-headed Dearie'), in Schotland als 'The Auld Jew'. In ca. 1740 werd de titel door Burke Thumoth's 'Twelve Scotch and Twelve Irish Airs' veranderd in 'Currie koun dilich'.In Playford's 'Choice Ayres and Songs' (1676) is de melodie 'Since Coelia's My Foe' opgenomem. Feitelijk een herschreven variatie van 'Fortune my Foe' door de Ier Thomas Duffet, eerder gepubliceerd in zijn 'New Poems, Songs, Prologues and Epilogues'.
The Irish Ground Verscheen vanaf 1701 in de 'The Dancing Master' Bijschrift koptekst: Longways for as many as will [The Bass Played twice over to every couple when they begin] Bijschrift voettekst: First all 4. hands half round, and turn single, then quite round, and turn single to the Bassplay'd twice, the 1. cu. lead below the 3 cu. and up again, and cast off, then Sett and cast up, and cross over below the 3. cu. and lead up the middle, then cast off, and turn your Partner. |
Klik hier voor een vergroting. |
midi |