Musicologie van de Keltische en naburige stijlen
[Home][Info][Introductie][Cultuurhistorische onderwerpen][Dans en danshistorie][Vorm, technieken en idioom][Toonsystematiek][Akkoordenleer][Harmonie][Extra]

[Home][Auteur: Ben Dijkhuis][Laatste update: 22-08-2020][Hoofdstuk: Dansmuziek en danshistorie][Gebruiksvoorwaarden]



Dansmuziek en danshistorie van Galicië

INHOUD van deze pagina (verberg)

  1. 1. Historische aspecten
    1. 1.1 Muziek en dans
    2. 1.2 Rol van de gaita
    3. 1.3 Historische referenties
  2. 2. Traditie en dans
    1. 2.1 Muziek en vieringen
    2. 2.2 'Baile' en 'danza'
  3. 3. Muziek en bijbehorende dansvormen
    1. 3.1 Muiñeira
    2. 3.2 Pandeirada
    3. 3.3 Jota
    4. 3.4 Agarrado
    5. 3.5 Danza da Regueifa
  4. 4. Instellingen
  5. 5. Annotaties en geraadpleegde bronnen
    1. 5.1 Voetnoeten
    2. 5.2 Geraadpleegde bronnen
  6. 6. Aanvullende informatie
    1. 6.1 Websites
    2. 6.2 Media

1. Historische aspecten

1.1 Muziek en dans

Over het ontstaan van de huidige dans van Galicië is nauwelijks iets bekend, hoewel verschillende commentaren beweren dat een aantal traditionele dansen een Keltische, Romeinse of zelfs Griekse oorsprong heeft, hoewel daar geen reële bewijzen voor bestaan. Evenmin zijn er geen absolute bewijzen aan te voeren, dat er een connectie bestaat tussen de muziek en dans van Galicië met die van bijvoorbeeld Schotland, Ierland en Bretagne, hoewel er beperkte overeenkomsten bestaan (noot1). Wel wijkt de Galicische muziek, voor wat betreft het idioom, duidelijk af van de gangbare traditionele muziek van de rest van Spanje, alhoewel een aantal Spaanse dansvormen en melodieën in de cultuur van Galicië zijn ingebed (jota, pasadoble). Dit laatste geldt eveneens voor een aantal dansvormen die tijdens de 19e eeuw vanuit midden Europa zijn geïmporteerd, zoals de polka, mazurka en de wals.

Het oudste bewijs voor een muiñera (een levendige melodie in 6/8-maat) is de vermelding van een zgn aire antiguo in de 18e eeuw. Een rekening/brief uit 1759 heeft betrekking op een uitvoering door 'M.N en M.L.' tijdens de plechtige acclamatie van 'N.R. en S.D. Carlos III', tijdens het 'feest van verlichting' in Santiago. De brief bevat de vermelding van een Minuet al aire antiguo, dat volgens José Ballesteros niets anders dan een muiñeira blijkt te zijn (Ballesteros, 1885).
Volgens Xosé Foxo bestaat een gelijksoortig 18e eeuws bewijs, n.l. een kerstlied uit 1786 van Melchor López Jiménez (1759-1822), kapelmeester van de kathedraal van Santiago de Compostella (Foxo, 2004)(Foxo, 2007). Toch is het niet uitgesloten dat de geschiedenis van deze oude muziek en dans, parallel loopt met de ontwikkeling van de gaita, de doedelzak of 'pipes' van Galicië. De oorsprong moet dan veel ouder zijn. Een andere dansmelodie met een archaïsch karakter, die over het algemeen louter door slagwerk (voornamelijk de pandeireta (ook: pandeiro), een tamboerijn) en zang, is de canto de pandeiro of muiñeira vella, waaronder de pandeirada. Van de laatste wordt verondersteld dat deze de voorloper van de muiñera is geweest.

Verder nog even aandacht aan overige muziek (zowel instrumentaal als gezongen), doch niet altijd voor dans bedoeld, maar een diversiteit aan uitvoeringen, waaronder marsen, parades (pasarrúas) tijdens festivals en feesten, waarin de gaita en percussie een overwegende rol spelen. Dit zijn de foliada (een afgeleide van de dansmelodie voor de jota 3/4-maat, doch de term wordt in de volksmond ook voor andere muziekvormen aangewend), de ruada (letterlijk: 'straatmuziek'), alborada ('aubade' 'ochtendmuziek'), serán ('serenade' 'avondmuziek'), pasacorredoiras (parademuziek), marchas (marsmuziek), himnos ('hymnen') en marchas procesional (processie-marsen).

Naar boven

1.2 Rol van de gaita

De muziek voor de gaita is overigens tweeledig, enerzijds wordt het instrument toegepast voor dansbegeleiding, anderzijds voor de ondersteuning bij processies en marsen. In ieder geval is het duidelijk, dat de gaita, zowel vroeger als nu, nog steeds een traditionele, uiterst belangrijke rol speelt, vaak in combinatie van slagwerk; de tamboril (een houten lijsttrom, voorzien van darmsnaren en met twee stokken bespeeld) en de bombo (een bas-trom dat men één stok wordt gespeeld. In Asturië is dit een koppel met een gaita en tambor, dat pareya wordt genoemd. In Trás-os-Montes is het een trio met gaita, caixa (tamboril) en bombo.

Gaita, de Galicische en Asturische doedelzak
(Gevonden op: www.gim1.rabawyzna.pl/us/pagina_comenius/ingles/galego_i/instrumentos_ing.htm (dode link)0
Gaita en begeleidende percussie
Van links naar rechts: gaita, pandeiro, tamboril en onder: cunchas of vieiras (Sint-Jakobsschelp, Pecten jacobeus)
(Gevonden op: http://personales.mundivia.es/cpgraxal/comenius/graxtema.htm (dode link))
Bombo. Een bastrom dat met een stok wordt bespeeld.
(Gevonden op: www.gim1.rabawyzna.pl/us/pagina_comenius/ingles/galego_i/instrumentos_ing.htm (dode link))

Vanaf de 14e eeuw zijn er referenties bekend met betrekking tot de gaita, gaiteiros ('pipers') en tamborileiros (drummers), een aantal met betrekking tot de dans.
De Cantigas de Santa Maria (Liederen van de Heilige Maria) zijn middeleeuwse manuscripten die geschreven zijn gedurende de regeerperiode van de Spaanse monarch Alfonso X ('El Sabio', 'de Wijze') (1221-1284). Het is één van de grootste verzamelingen van monofone (eenstemmige) liederen uit de middeleeuwen. De taal die hierin gebruikt wordt is het Galicisch-Portugees, de middeleeuwse taal van Galicië. De liederen uit het manuscript, dat bijzonder is verlucht door miniaturen en met verhalende illustraties, zouden zijn gezongen door pelgrims op hun weg naar Santiago de Compostella. De miniaturen omvatten veel afbeeldingen van instrumenten en hun spelers, waaronder ook de doedelzak.

Drie miniaturen uit de Cantigas de Santa Maria (13e eeuw) met voorstellingen van de doedelzak.
Doedelzakken zonder dronepijpDoedelzak met vier dronepijpenDoedelzakken zonder dronepijp (dubbele chanter?)

Naar boven

1.3 Historische referenties

Enkele historische verwijzingen naar gaiteros, tamborileiros met betrekking tot de dans.

Naar boven

2. Traditie en dans

2.1 Muziek en vieringen

De gaita is natuurlijk niet het enige instrument dat geschikt is voor de dansbegeleiding, andere traditionele melodie-instrumenten zijn de zanfona (draailier) en requinta (een houten dwarsfluit). Daarnaast nog een aantal de instrumenten die eveneens in Galicië wordt bespeeld: accordeon, viool (viool) en de klarinet. Evenals in andere culturen, is de dans van uitermate groot belang voor het sociale leven, met name bij allerlei feesten. Zo is een unieke rol weggelegd voor de muziek tijdens de jaarlijkse vieringen van de seizoenen en met betrekking tot arbeid, waarbij elke gemeenschap zijn eigen specifieke feesten kent. Met betrekking tot de godsdientst en de seizoenen zijn dit de Romería (bedevaarten), Entroido (carnaval), Epifanía (Drie Koningen), St. Jacobsdag (de nationale feestdag op 25 juni) (noot 2), de vreugdevuren (Fogueiras) tijdens zomerzonnewende (San Juan, San Xoán), Corpus Christi (sacramentsdag met bloementapijten in Ponteareas) en Festa dos Maios (Meifeest, May Day).

Vreugde vuur (fogueira) tijdens de viering van San Xoán, rond de datum van de zomerzonnewende.
(From Wikipedia, the free encyclopedia. This image is licensed under the terms of the GNU Free Documentation License, Version 1.2 or any later version)
Entroido (carnaval) in Santiago de Compostella
(From Wikipedia, the free encyclopedia. This image is licensed under the terms of the GNU Free Documentation License, Version 1.2 or any later version)

Feesten met betrekking tot arbeid zijn bijvoorbeeld de fiadeiros (spinnen van wol of linnen), muiñada (molen-feest); magosto, curros, labradas (ploegen) en colleitas (oogsten). Magosto is het feest waarbij de eerste kastanjes worden geroosterd en de eerste wijnen worden geproefd. Curros of Rapa das Bestas (het scheren en brandmerken van wilde paarden, inclusief het fokken van paarden, die in het wild worden vrijgelaten). Twintig hiervan worden, van mei tot augustus, in de verschillende delen van Lugo, A Coruña en Pontevedra, gevierd. De faideiros werden van oorsprong tijdens de lange winteravonden georganiseerd. Daar spinden en weefden de vrouwen en meisjes 's nachts het linnen om kleding te maken. Dit ging gepaard met plezier, dans en muziek, waarbij de jongens een unieke gelegenheid kregen om te flirten en meisjes te versieren. Foliada is een danstype (zie jota), maar in verband met de bovengenoemde festiviteiten, is het tevens het woord voor een verzameling van dansen (muiñeras en jotas), die zowel vocaal als instrumentaal kunnen worden begeleid.

Naar boven

2.2 'Baile' en 'danza'

Het algemene woord dat voor zowel dans, bal of danspartij wordt gebruikt, is het woord baile. De baile kan een vast omlijnde choreografie hebben, hoewel er ook ruimte is voor improvisatie of beide. De begeleiding kan zowel instrumentaal of een gezongen melodie zijn.

Een dansvorm dat met een strakke choreografie wordt aangeduid de term 'danza' (meervoud 'danzas'). Voorbeelden hiervan zijn dansen met betrekking tot een gebeurtenis, feest of een volkstraditie; danza de espadas (zwaarddans), danza de palillos (dans met stokken), danza dos maios (meiboom-dans), danza de arcillos (dans met versierde bogen). Danzas relixiosas zijn dansen met betrekking tot religieuze handelingen of gebeurtenissen. Voorbeelden hiervan zijn danzas procesionais (processie), danzas funerarias (begrafenis), danzas de voda (huwelijk) en danza de Nadal (kerst).

Een meiboom tijdens Festa dos Maios.
(Gevonden op: www.gim1.rabawyzna.pl/us/pagina_comenius/ingles/galego_i/inicial_canciones_ing.htm (dode link))
Danza de arcillos, dans met versierde bogen.
(Gevonden op: www.gim1.rabawyzna.pl/us/pagina_comenius/ingles/galego_i/danzas_ing.htm (dode link))

Naar boven

3. Muziek en bijbehorende dansvormen

3.1 Muiñeira

De Muiñeira. Schilderij van de Asturische schilder Dionisio Fierros Álvarez (1827-1894).

Een muiñeira is een typische dans van Galicië, gebaseerd op het ritme van de gelijknamige (gezongen of instrumentale) melodievormen in een 6/8 maat, die qua levendigheid vergelijkbaar is met de Ierse en Schotse jigs. Ze zijn gedurende de eeuwen de meest bepalende traditionele uiting van Galicië (en Asturië). Het woord refereert naar 'molino' (Gallego: muiño), dat molen betekent.

Voor wat betreft de muzikale ondersteuning, zijn er zijn twee hoofdvormen te onderscheiden:

Afhankelijk van de streek waar de muiñeira als dansvorm wordt uitgevoerd, bestaat er een benaming voor de verschillende varianten: Ribeirana, Golpe, Carballesa, Redonda, Chouteira en Contrapaso. De dans bestaat uit twee onderdelen: punto (passen die de muzikale frasering volgen) en volta (bewegingen met positieveranderingen: kruislings of in een kring).


Klik hier voor een vergroting
Tekst:

Berducido, berducido
con todos teus laredores
non te chames Berducido
chamate xardín de frore.

Refr.:
Vexo Vigo, vexo Cangas
vexo tamén Redondela
vexo a Ponte de Sampaio
camiño a miña terra

Non hai amores mais firmes
que do gaiteiro e a gaita
eu soplo e ela toca
nin a engaño nin me engaña
midi
Berducido, Berducido, een gezongen muiñeira van Berducido (provincie Pontevedra)
Bron: http://www.galego21.net/ravachol/

De driedelige Muineira do Morrazo (naar het gewest Morrazo, provincie Pontevedra)
Klik hier voor een vergroting
De driedelige populaire muiñeira Muiñeira de Chantada (naar het stadje Chantada in de provincie Lugo)
Klik hier voor een vergroting
midi midi

Naar boven

3.2 Pandeirada, muiñeira vella en canto de pandeiro

De muiñeira vella of canto de pandeiro (waaronder de pandeirada) en alalá, rekent men tot oudste stijlen van de traditionele volksmuziek van Galicië. De metriek van de pandeirada is in de juiste vorm een 5/4-maat (feitelijk een samengestelde 3/4 + 2/4-maat). Omdat de ritmiek van de tamboerijn-begeleiding ternair is (als: ra-ta-ta, ra-ta-ta), zoals bij de 'muiñeira nova', ontstaat ten opzichte van het gezongen metrum het effect van polyritmiek (Costa, 2001). Cerezo beschrijft de muiñeira vella in dit verband als snel, monotoon, bruusk en niet vast omlijnd voor wat betreft maat en ritme. (Cerezo, 2008). De naam pandeirada is afkomstig van de begeleidende instrumenten, de pandeiro/pandeireta (tamboerijn, termen worden in deze betekenis vaak gemengd gebruikt; zie ook hoofdstuk cultuurhistorie: Historische muziekinstrumenten van de Keltische gebieden: Lijsttrommen).
De ritmes van de muiñeira vella zijn binair, en kunnen naast de hiervoor genoemde 5/4-maat van de pandeirada, ook het metrum van een 3/8, 6/8 of 2/4 maat bezitten, doch soms is er ook sprake van onregelmatige maatsoorten (noot 3).
Zoals gezegd is de gezongen vorm van de pandeirada, in combinatie met de percussie, de meest gangbare, terwijl er slechts een klein aantal instrumentale pandeiradas bestaat. Foxo bevestigt het archaïsche karakter van deze vorm, en meent dat het aannemelijk is, dat de pandeirada, zelfs de voorloper van de muiñeira is (Foxo, 2007).

Drie maal een muiñeira vella of canto de pandeiro.
Veña o pandeiro heeft een reguliere 2/4-maat, Barcala Barcalexiña is hier genoteerd met een zgn. samengestelde maatsoort 3/4+6/8 en C'unha frauta is onregelmatig vanwege de maatwisselingen tussen een 2/4 en 3/4-maat.
Klik hier voor een vergroting Klik hier voor een vergroting Klik hier voor een vergroting
midi midi
Hetzelfde geluidsbestand als hierboven, doch voorzien van een percussie op de achtergrond in de vorm van driedelige ritmiek:
midi
midi
Teksten:
Veña o pandeiro a ruare
questas son as mazarocas
que hoxe teño que fiare.

O pandeiro toca ben
os ferriños fanlle o son
viva o que amores ten.

Vivan as mozas galegas
vivan as bonitas mozas
e os galans da nosa terre.
Barcala Barcalexiña
Barcalexiña Barcala
Barcala da miña alms
Barcala de miña vida.

Cantade nenas cantade,
que o voso cantar me alegra
se o voso cantar non fora
xa n'estaba nesta terra.

Namoreime de unha nena
porqu'ela cantaba ben,
agora morro de fame
o cantro non me manten.
C'unha frauta e uns ferriños
e unhas cunchas e un pandeiro
armaremos unha ruada
os veciños de cruceiro.

O gaiteiro toca a gaita,
a muller o tamboril,
os fillos as castañetas
na mina vida tal vin.

Tocadora da pandeira
dalle mais unha pancada
dalle co a mau direita
que co a outra non val nada.

Groep muzikanten met pandeiretas of pandeiros (tamboerijnen)
(Gevonden op: www.gim1.rabawyzna.pl/us/pagina_comenius/ingles/galego_i/instrumentos_ing.htm (dode link))
Pandeiro. Vierkante Galicische lijsttrom

Een voorbeeld van een pandeirada (5/4-maat)
midi .

De tekst:
Si non fora por Benito
o que anda no turreiro
Si non fora por Benito
non puña a man no pandeiro
(Bron: Casto Sampedro y Folgar; Cancionero Musical de Galicia; 1942; nr. 51

Naar boven

3.3 Jota

Jota (Gallego: xota) is een dans- en melodievorm (vocaal en instrumentaal), die in het algemeen in veel regio's van het Iberische schiereiland voorkomt, doch met sterke wortels in de cultuur van Galicië is verankerd (noot 4). De jota Gallega lijkt veel op de jota Aragonesa, de jota uit de Spaanse streek Aragón, doch wordt als dans minder uitbundig uitgevoerd. De maat van de muziek is driedelig (3/4 of 3/8), terwijl het tempo lager is dan dat van de muiñeira. De dans bestaat uit drie delen; descanso (rustpunt voor punto en volta), punto en volta, gecombineerd met sprongen bij de overgangen.

De maneo (maneo de pandeiro) is een snelle jota van Bergantiños. De foliada (muziekstuk voor de gaita gespeeld op festivals en feesten) is een variant van de jota (Foxo, 2007). Muzikaal gezien, onderscheidt men de gezongen vormen jota nova (twee versregels in een 3/8-maat) en jota vella, zonder volta (vier versregelsin een 3/8-maat). In dit verband meldt Longa, dat de naam foliada, aan de jota nova van A Coruña is verbonden (Longa, 2004). Foxo geeft aan dat in de volksmond de term foliada, voor ieder willekeurig muziekstuk tijdens feesten of festivals, wordt toegepast. (Foxo, 2007).

De fandango kan als een vereenvoudigde variatie van de jota worden beschouwd. (Foxo, 2007)

Twee Galicische jota's, genoteerd in 3/8 en 3/4-maat.
Klik hier voor een vergroting.Klik hier voor een vergroting.
midi midi

Twee varianten van de jota, foliada en fandango.
Klik hier voor een vergroting.Klik hier voor een vergroting.
midi midi

Naar boven

3.4 Agarrado

Agarrado(s) is een algemene term voor dansen voor paren, waarbij fysiek contact plaatsvindt. Tijdens de introductie hiervan, bestond veel weerstand vanuit de kerk. Deze dansen komen niet voor in de oorspronkelijke Galicische traditie, doch zijn uit andere delen van Europa of de wereld afkomstig.
Een kort overzicht:

3.5 Danza da Regueifa

De regueifa of molete, is een 'huwelijksdans' (danza de voda) en tevens een dansvorm op een muiñeira vella. De oorsprong is afgeleid van een zangtraditie bij het huwelijk met een wedstrijdelement. Eigenlijk zijn regueifas een soort tarwebroodjes (bagels), die reeds tijdens de 15e eeuw bekend waren. Tijdens een bruiloftsfeest, was het de gewoonte dat jonge mannen zich rond het bruidspaar verzamelden, om daar verzen (coplas) te zingen, waarna zij als beloning een regueifa wilden ontvangen. Bij bepaalde gelegenheden werd de beste en meest originele regueifeiro (degene die de regueifas zong) door het publiek gekozen om de broodjes samen met de eigenaar aan de aanwezigen uit te delen. Soms werd de regueifa niet louter met zang, maar ook in dans uitgevoerd, zodat danza da regueifa ontstond. (Foxo, 2007)(Longa, 2004).

Naar boven

4. Instellingen

Liga Céltiga Galaica (Facebook) (L.C.G., Galicische Keltische Liga)
Deze instelling heeft als hoofdoel om de Keltische cultuur van Galicië te behouden. Het streven is om de Keltische cultuur in Europa voor het nageslacht te behouden. Daartoe onderhoudt de instelling contacten met geestverwanten van de andere Keltische gebieden. De opzet hiervan is om een verenigd pan-Keltisch Europese beweging op te bouwen.

Xunta de Galicia: Consellaría de Cultura e Deporte (Bestuur van Galicië: Departement van Cultuur en Sport)

Asociacion de Gaiteiros Galegos: Associatie van Galicische Pipers

5. Annotaties en geraadpleegde bronnen

5.1 Voetnoeten

  1. Xosé Lois Foxo, gaiteiro en dirigent van de Real Banda-Escuela de Gaita de Ourense, veronderstelt uit ervaring, dat een aantal overeenkomsten aantoonbaar zijn tussen de Galicische gaita-muziek en de pipe-muziek uit de overige Keltische gebieden Schotland, Ierland en Bretagne (Foxo, 2007). Feitelijk gaat het hier om toevallige overeenkomsten. De veronderstelling van een gemeenschappelijke Keltische oorsprong wordt tegenwoordig door musicologen uit Galicië verworpen. (Filgueira Valverde,1942)
  2. De Nationale feestdag ten ere van apostel St. Jacob de Oude († 44) (Santiago o Maior (Gal.), Santiago el Mayor (Sp.)), de beschermheilige van Spanje
  3. Casto Sampedro Folgar publiceerde in zijn beroemde verzamelwerk Cancionero Musical de Galicia, 26 voorbeelden van cantos de pandeiro in 5/4, 2/4, 3/4 en 6/8- maten (Sampedro, 1942).
  4. Met betrekking tot de afkomst van het woord jota, slaag ik er niet in om een ondubbelzinnige ethymologie te vinden. Wel tref ik veel slecht controleerbare beweringen aan. Zo levert een zoektocht op het internet een aantal etymologieën op.
    1. Het woord jota zou afkomstig zijn van het oude xota, dat op zijn beurt zou zijn afgeleid van het mozarabische šáwta, dat dat springen betekent, hetgeen weer afkomstig zou zijn van het Latijnse woord saltare, dat dansen betekent.
    2. Het woord verschijnt aan het einde van 17e eeuw en zou zijn afgeleid van het oude Valentiaanse woord, hotar (tegenwoordig sotar), dat springen betekent. De Spanjaarden zouden dit woord tot jota hebben verbasterd.
    3. P. Alcalá veronderstelt het woord afkomstig van xatha (uit te spreken als xhota), een woord uit het mozarabische Spaans dialect, dat dans betekent.
    4. Een andere etymologische verklaring is de afkomst van de oud-Castillische woorden sota en sotar, dat op elke vorm van dans werd toegepast, waarbij werd gehuppeld of gesprongen.

5.2 Geraadpleegde bronnen

Literatuur

Www

6. Aanvullende informatie

6.1 Websites

6.2 Media